closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Martens en het Hongij gezelschap een wandeling in de hier

bij leggende Negorijen doen, en bezag daar bij de Redont, de

kerk en verdere Gebouwen, welk een en ander zijn wel Edele

in een tamelijke goede staad vond

Hier na sondeerde zich zijn Edele om met Inlandsche

Regenten van onder dit District, over 't een en ander, betref„

„fende kunne Negorijen te ondervragen, insonderheijd deed

zijn Edele nader onderzoek, omtrent eenige ontstaane onee„

„nigheeden tusschen den orangkaija en het volk van de Ne„

„gorij Lavicque, waar van Hoogst denzelven bij aanweezen

op Ambon voor ’t Hoofd Martens reeds was verwittigd gewor„

„den en welke zijn Edele welhaast ontwaarde, dat princi=

„paal door instigatie van den p=l oudste van die Negorij

met naame Sapalou, het volk van dat Dorp zich had

'tzamen gerot, om dien Regent met eenige opgeraapte

klagten en vergesogte beschuldigingen, verdagt te maken.

zyn Edele demandeerde derhalven, den Orangkaijen

van Oering en Wackasieuw, om g’adsisteerd door den

alhier bescheijden sergeant Hogerwerff, in die Ne„

„gorij op de daar zijnde Baleuw, bij het volk te onderzoe

ken, waaren hunne klagten eijgentlijk mogten

bestaan mitsg=s om van hunne bevinding de Heer

Gouverneur van Schriftelijk berigt te dienen; ge„

„lijk het Hoofd Martens teevens gelast wierd,

om dat berigt zoo spoedig mogelijk, zijn Edele

te suppediteeren.

vervolgens