Transcriptie
Dingsdag den 31
gewoone Zeiin Schoot de Dreggen te huijs gehaald; zeijlende en
scheppende tot bij Poelo Tikus, alwaar de vloot desmiddags om 12.
uuren op 10: v=m Landgrond de Dreggen liet toegaan.
In de namiddag quam alhier meede ten anker de Pantjalling
Delft, wiens gezaghebber bij de Heer Gouverneur quam rapportee=
ren, dat hij in zijne rheijse niets quaads ontmoet had, waar op
denzelven ordre kreeg, om voor uijt te zeijlen en de vloot om
Pamahoe in tewagten.
Des agtermiddags om 4: uuren, begaf zich de Heer Gouver„
neur aan de wal en vervolgens in het daar zijnde Bosch
om was ’t mogelijk de aldaar te vindene sComp: Sagoe Bos=
„schen, in perzoon op te neemen, dog konde door de ontoegang=
kelijke, weegen, die zeer digt met voorens en ruigtens bennd„
Ten zijn, niet bij dezelve koomen; weshalven zijn Ed zich
genoodzaakt vond, des avonds lat onverrigter zaake, weeder
na boord te rug te keeren en zig te vergenoegen met de
daar omtrent ingekome Rapporten van eenige derwaarts
gezondene Inlanders, welke betuijgden, dat ze tamelijk
wel gesteld waaren.
Dito met zons opgang, naar ’t beraamde zeen de Dreggen te huij
gehaald zijnde, schepte de vloot Circa 3 uuren langteegen wind
en stroom op, dog deese lang hoe heeriger uijt het W:e N: W=t op ko„
mende wirden genoodzaakt, de Dreggen wieder te laaten toe
„gaan tusschen de Eijlanden bij Assahoedij.
Des
1