Transcriptie
Alfoeren, met hunne Radjas en Capitains van de drie Hoofd Revie=
ren Suppalewa, Ethie en Talla om 7 uuren bij elkanderen ver„
scheenen waren door den Heer Gouverneur eerst met een gepaste
aanspraak geopend wierd, en daar na aan de Regenten van de
Rivier Suppalewa, alzoo dezelve in deese Sanirie volgens hun
tourbeurt, dit maal de preferentie hebben, vervolgens ook aan den
oud en Jonge Radja van de revier Ethie, mitsgaders den Radja
van Caijbobo nevens zijne onderhoorige Capitains en oudstens
der Alfoeren als Het Hoofd van de Revier Talla ieder in ’t bijzon„
„der afgevraagd of alle de onder hunne Negorijen resorteerende Af„
„foeren, alhier present en niemand agterweegen gebleeven
waren, quamen zijlieven eenparig te antwoorden dat voor zo
verre hem bewerst is, van ieder patangs of Negorijen ten min=
„sten Een Capitain en eenige gemeene Alfoeren meede afgekoo„
men en hier present, indiervoegen als de Heer Gouverneur
op den 7. en 9: deezer bereeds zelfs gevisiteerd en in dit Dag re=
„gister beschreeven zijn; dat de resteerende of zeer weijnige Al„
foeren agtergebleeven waren, om hunne Negorijen en hunne
vrouwen en kinderen voor de invasien en moorderijen van
de gevlugten geweese Capitain Sanirie Pelakahoe of zijne
aanhangers, te behoeden en te beschermen.
Daarna liet de Heer Gouverneur aangem: Regenten Capi=
tains en oudstens, door de onder het ditrict van Maroeko gehoo„
rende Radjas van Pelauw en Cabauw als kundig in de Alfoerse
taale