Transcriptie
233
Circa 9: uuren, het anker liet vallen.
Te 10: uuren trad zijn Edele, met het Hongij gezelschap aan de
wal en deede een wandeling in de Christen o wel als de Alfoerse
Negorijen van den Radja Ethij: voorts bezigtigde zijn Edele de
kerk en School alhier en vernam teevens dat er maar 15:
kinderen in de School waren
Dan vermits de Houtwerken van de Kerk zeer verrot en vergaan
gelijk de school ook nog niet gemaakt was, en waar door de kinderen
bij de Schoolmeester aan huijs moeste koomen leeven, zo stelde
de Heer Gouverneur daar toe de nodige orders onder een Serieuse
vermaaning aan den orangkaij, om met het een en ander de
meeste spoed te maaken.
waarna zijn Edele weeder na boord gaande het anker liek te huijs
haalen, dog door de sterk opkoomende west en N=o weste winden,
moeste het zelve wel haast weeder laaten vallen blijvende dus al„
hier leggen tot
Maandag den 13:' dito; Des morgens 6: uuren met stilte de Cours vervolgende
tot bij Poelo Babie quam met een schuijt aanboord, den gezag=
hebber van de Pantjalling Delft, deesen om zijn lang agterblij„
„ven door de Heer Gouverneur ernstig aangesprooken werdende
verontschuldigde zig met zijn Edele te verzeekeren, dat hij door
de stroomen in het doorzijlen van het gat van kelang, tot bij
Amblauw was verdreeven geworden en dat hij teegen de wind
op zeijlende, door dezelve geduurig wierd weg gedreeven en dus
met