Transcriptie
Eijndelijk, dat van Furicke daar van bij de door„
braake der reegen moussong, door den eerstgeteekende
Van Guericke daar van door den Gouvern„
verwittigd wordende.
verwittigd wordende, hij zijn Edele en den tweeden
teekenaar heeft te kennen gegeeven.—
dat het noo deloose beswaaren van den Luijtenant
Streck waaren.
dat het kruijt in de buijten wagt geen gevaar on„
derheevig was, en
dat hij, al de schadens die daar aan veroorsaak„
„te, voor zijn reekening nam, weshalven wij, als
hier in na ons beste weeten gehandeld hebbende UW
Geeff zodaanige reedenen als in textue.
Hoog Edelens grerde dispositie hadden afgewagt.
§ 79 Intusschen wierden wij door de komst van de bau
ontfangst van H: H: Ed„s nader briefje, die
de voorzigtigheijd op den 3: April J: L: verEerd, met
uw Hoog Edelens zeer gerespecteerde nadere
Missive de dato 31: December 1787: verseld van
een daar bij aangehaald berigt van den Majoor
der Arthiteerij te Batavia, Johannes Har
tinus Marinus Srehmidt, betreffende
het aan de oostzijde van dit kasteel gebrigeerd
kruijt Maguazijn en de oorsaak van bederf
verseld was van een berigt van den Arth.
Majoor Schmidts nopens de Erectie van
der daar in geborgen geweest zijnde quantiteijd
’t kruijthuijs ensz:
Buskruijt
Wij bevrijmoedigen ons daar op aan te merkend
ƒ 80.
Aanmerkingen dien aangaande van
dat den Eerst geteekend in den voorleeden jaar reeds
deesen Raade.
verklaard