de affuijten vermolmd en onbequaam

raakten.

door gebrek aan bergplaatsen.

die gelast is de Affuijten en geschut aan

het hoofd Casteel over te brengen.

§

146:

het aanmaken van Affuijten heeft eenigen

tijd stil moeten staan.

berigt, dat er reeds verscheijdene der Affuijten

van de op de Posten de Willemina en Petro„

nella leggende Canons van 36: 18: 12: en 8: Ponders

door de reegen en Lucht, ook mitsgebrek aan berg„

„plaatsen vermolmd en onbequaam zijn geworden, en

dat er bereeds

1: Affuijt van 36: lb:

2: _=o „ 72: „

2: _=o „ 8: „ op de Post de Willemina,

3: _=o „ 12: „ en

_=o „ 8: op de Post de Petronella

1:

geheel in onbruijk leggen: zo hebben wij, vermits

uW Hoog Edelens ons hebben gelieven te ordon„

„neeren om voor eerst alle ongelden aan voormelde

Battarijen te menageeren, en daar het aan de andere

kant zeeker is, dat de Affuijten en andere ammo„

nitie goederen, door gebrek aan de vereijschte berg

plaatsen, aan de reegen en lucht g'exponneerd, geheel

onbruijkt raaken, gemelden Arthillerij Luijten ant ge„

last, om alle de affuijten ten eersten en vervolgens

bij bequaame geleegenheijd ook het geschut, herwaards

te doen overbrengen.—

Met het aanmaken van Affuijten, heeft men ook

eenigen tijd moeten stil staan, door het gebrek aan de

daar toe behoorende swalpen; doch met de komst

van de bark de voorzigtigheijd 50: p:s zwalpen

van

me

gava

M

gou

we

van 172.

37.

bevonden

ond

109:

welke bij de

king zuel

En 600: van

slaande