Transcriptie
120
Kl
thans
Hoog
de
het surplus van zijn sergants gagie„
geaccordeert, zeedert A„o 1786
5 241
de Acte van den Predikant Feij is
meede niet aangekomen.
de toegelegde verhoging van gagie
pgebragt zedert 18: xber 11787:
5242:
de soldij Reekening van den Eersten keegt
Coomans niet ontfangen zijnde
108
„ve, niet heeft mogen jouisseeren van de Iagie als
„vaandrig, hebben wij om die reeden en op zijn daar
toe gedaan verzoek de soldij Bedienden gequalfi„
„ceert, denzelven voor de vaandrigs Gagie of het sur„
„plus van het geene hij als sergeant tot heeden geno„
„ten heeft, te laten opbrengen zeedert den 15: Secem„
ber 1786: op zeedert de dagteekening uwer Hoog
Edelens veel g’Eerde Missive.
Gelijk wij inseleea vol gen de Solaij Redien den achier
qualificatie hebben moeten verleenen, om den Pre„
„dikant Johan Coenraad Feij, die door
het achter blijven van zijne Acte van de door Uw
Hoog Edelens toegelegde verhooging in Ga„
„gie niet heeft konnen profiteeren, bij de Soldij
Boeken te laaten opbrengen, zeedert de dagtee„
„kening uwea Hoog Edelens gerespecteerde
Missive de dato 18: December 1787: ten eijnde
gemelden Predikant konde gaudeeren van de
gagie naar de bepaaling bij ’t reglement. —
Terzelver tijd ons door den Eerste klerk Aril
Coomans bij Request te kenne gegeeven
zijnde, dat hij van Ternaten vertrokken en in„
„tusschen ter dienst presteering alhier aangehou„
„den zijnde, zeedert zijne Copia Zoldij Reekening,
nog van Ternaten nog van Batavia heeft mogen
erlangan