Transcriptie
6
31:
ook van Iman Malesie bekomen zijnde, lieten wij echter alles
in gereedheid brengen, om op morgen na hollij te vertrekken en in
passant Hateling aan te doen, doch teegen 3. uuren kwamen den
Ouden en Iongen Radja van Sawaij, neevens den Orangkaija van
Bessij, met de uijterste droefheid en alteratie, ons bekend maken,
dat de Potkin reets in de Negorij Sawaij heerschte, en dat daar
aan zo momentelijk Een man gestorven was, waar bij nog
twee vrouwen, neevens een kind, daar meede aangetast waren;
Den Radja van Sawaij neevens zijn vader, huijlden bitterlijk
over dit ongeval, en over zijn Vrouw en kinderen, ons teevens ver„
„zeekerende, dat hier door af het volk van Sawaij neevens den
Alfoeren, zich na de gebergtens zullen retireeren, en wij derhal„
„ren onse voorneemens verijdelt zullen zien: om van de waarheid
egter nader onderrigt te worden, ging den Commandant Fockens
en den Eerstgeteekende met den ondermeester van de Lost, naar
de Negorij en aldaar vonden wij werkelijk twee vrouwen neevens
een kine leggen, wier Lichaamen geheel bezet waren, met de Tolken„
De Alphoeren die zig hun nu meestendeels alhier versamele
hadden, kreegen zo dra geen narigt, dat 'er in de Negorij de
Totken reeds heerschte, of straaks hoorden wij een gehuijl en
gejoel op de gebergtens, neemende een ieder van dezelve, zo drae
mogelijk, de vlugt naar hunne woonplaatsen.
Des nademiddags te vier uuen zagen wij een groot ge„
„deelte van het volk van Sawaij en Hatoewe hunne goe„
dren