Transcriptie
anno Stantij de proesneeming aan 12: vaaten van ieder Ma„
„guazijn geschied is, om dus te kunnen onderscheiden na de regen
„mouzon, of het Buskruijt zig beter preserveerd binnen het krui
maguazijn, met of zonder dak; zo is daar bij gebleeken dat de
beide Administraties ingelijke kragten zijn afgenoomen, als
van d’ oostkant zijnde toe te schrijven, dat de muuren in ’t in
„nerlijke nog niet droog zijn, en dus de konde en vogtigheid
door de Hitte der zoon na binnen gedreeven word, ’t welk het
kruijt greetig aanneemd.
zoo meede dat aan de owesthant, door de voloer nog niet opge
„hoogd is, egter meestendeels moet toegeschreeven worden
aan de swaare reegen mouson, en slegte gesteldheid
veele vaten; welke bij vogtig weer sweeten, en wes„
„sentlijk veele schaade aan het kruijt toebrengd en
dus in kragten moet afneemen, dog egter ons voorkomt, door
eenige handeling, wederom in eene goede staat zal te bren
„gen zijn, ’t geen bij eene aadere proesneeming blijken zal
verigens heeft den tweede teekenaar wederom onde
zijne administratie ontfangen, het nieuwe kruijt on
„guazijn met 172: vaaten Buskruijt, welke af„
„gegeeven geweest zijn, dien zeeker als meede
het overige, door het lugten keeren en probecren
eenigermaten vermindert moet zijn, het geen
bij een nadere meeten of weeging zal vertoond
worden