Transcriptie
14 „
hebben gecondemneert; dog Couchon Meijer en
Jacobus Bon zeggen dat zij op Bouthon gehoord
hebben, dat de Tolk die met hun meede geweest
is, de menschen in de Boete heeft beslaan zonder
te wieten voor hoe veel
zeggen alle drie dat zij daar niets van
weten of gehoord hebben
zeggen alle drie van Ja, en betuigen niets
tot Lasten van den Zergeant te hebben
(onderstond:/ voor de Beantwoording (:was„
„geteekend:/ met Eenige Joodsche Characters
Jacobus Bon en Elias Jacobs.
gedragen heeft, om, Namentlijk de specerij Boo„
„men uit te roeien, en of hij op Eilanden ko„
„mende, de menschen in de Boetens heeft
beslaan, die Taggentig Rijxdaalders zoude
beloopen hebben.
Of hun ook voorstaat, dat hij zergeant, wanneer
hij door de Bouthouders wierd aangespoort
om zyn visitatie Togten spoedig te doen,
zig daar niet aangestoort zoude hebben,
maar dat hij met zijne goederen, maar
was rond geloopen, En dat wanneer de
Tolken bij hem gekomen zijn, om hem
zijn pligt voor te houden, hij quaad
zoude geworden zijn, en gesegt hebben
wat heb Ik met Jou Grooten van nooden
want die estimeer ik zo goed als prullen
en vuilnis.
Of zij op dit alles de zuivere waarheid hebben
beleeden, en of zij nog iets verder van
hem weten te zeggen dat tot zijn lasten
kan Strekken.
Vordert hier op Cathagorisch antwoord, lee„
„vert Copia des verzogt werdende, en
bij