Transcriptie
26
Aan als vooren nevens den Raad.
Volgens Raads besluit van den 11„e dezer door uw welEd: Agtb: g’ordon„
„neert zijnde, om een goed vaarthuig ter overvoering van de Capitain
der Madureesen, benevens zijne onderhoorige na Sumbauwa te be„
„zorgen; ben Ik niet in gebreeken gebleeven om daar aan ten eerste
te voldoen, met insteede van een vaarthuig daar nog een kleene
bij te leveren, dewelke door mij ingehuurt zijn voor de somma van
25 rd„s hollandsch, dog schoon die vaarthuigen welEdele Agtbaare
Heer en Heeren ruim tot die overvoering voldoende waren, heb Ik
egter om reeden de Capitain der Madureesen verklaarde absoluut met die
vaarthuigen niet te willen vertrekken, volgens order van uwelEd: Agtb
de laaste dag nog een grooter vaarthuig moeten inhuuren, waar
voor Ik welEdele Agtbaare Heer en Heeren de somma van 107½
Rijxd„s hollandsch heb moeten betaalen, weshalven Ik uwelEd: Agtb:
bij deeze ootmoedig verzoeke dat dies bedragen ter somma van 132½
Rijxd„s hollandsch mij wederom mogen werden gerembourseert.
Terwijl Jk verders de vrijheid neem met alle verlischte hoog agting
en Eerbied mij te noemen. (:onderstond:) welEdele Agtbare Heer
en Heeren (:lager:) uwelEdele Agtbaarens onderdanige en Trouw„
„schuldige Dienaar. (:was geteekend:) I: Monsieur (in margine:)
Maccasser den 17„e Julij anno 1788.
Aan