Transcriptie
4
„4
12
er
„
„
den 14:e Januarij Scheepte 29: pakken Lijwaaten af„
„ 22:' d:o vertrokken van de Rheede Grissee
keerden kruit en vulden Cardoesen
„ 22:„ „
„ 30: „ Gingen in Zee zetten de Schuit en
Siende ’t Eijland Solombe.
„ 31:„ „
Sien ’t Eijland Noesalana
„ 1: Februarij
siende de hen met de kuikens 'snagts siende een vuur
„ 3:e d:o
Tiende ’t Eijland Salinus, siende daar een schip benoorden vast zitten daar
„ 4: „ „
de maesten uit waare dat gemelde ruuw van dat Schip is geweest, hebbende
Zijl onder de boegspriet passeeren alzo de Laars siende tornijnen Eilanden.
Siende de Selebes kust, passeerden de volgens strekking van ’t Land.
3: „
„
siende Cabena
7: „
„
Siende Straat Boetong
8:„d
„
„
passeerden de toeka Bessie hadden swaare tegenstroomen.
12:„ „
14: „ „ Siende ’t Eijland Bour
15: „ Tiende t Eijland Amblauw maakte schoon Schip tussen deks.
Seerden en Schilderen ’t schip
16: „ „
hadden harden N: Stroom en hooge Zee uit Z: Z: W:
17: „ „
Tiende Amboina deeden 24: zijn Schooten met den dag kreegen de
18:
„
Loods aan boord, kwamen des agtermiddags ten 1: uur ten anker
op de Rheede van Amboina, Salueerden denzelven met 11: p:s Camon
Schooten en wierden met 5: bedank vertuigen t schip ten 4: uur kwam
de Achtbaare Heer Fiscaal of iemand zijnent wegen met nog eenige,
andere Heeren en den Boode van Justitie om te monster met afgaan
van boordsalueerden zijn Agtb: met 7: p:s„ Canon: Schooten waar op
den gezagvoerder van dezen Bodem na land vertrok zijn Rapport te doen.
/: was geteekend:./