Transcriptie
L. W: :
L: K: x:
Aan als Even:
De ondergeteekende Justitieele Leeden, hebben ten overstaan van den Koopman
en fiscaal Johannes Hogerwaard, heden in het schip 'T Loo, ’t groot, agter
en koks Luik ter bewaaring der daar binnen geborgen Nagulen met ’s Comp:s „
Chachet en dat van de Justitie verzegeld de sleutels in linnen geworden en
inselvervoegen gecachetteerd aan den op dien bodem Condemneerende Capitain
ten zee Pieter Hartman ter hand gestelt des word uwelEd: Achtb: zulx
Eerbiedig bij deesen berigt met aanbieding der afdruksels van voorm: Zegels,
waar mede met de meeste veneratie blijven. /:onderstond./. welEdele Achtb:
Heer! ./:Lager:/ uwelEd: Achtb: zeer onderdaanige en gehoorsame Dienaaren.
:/was geteekend:/ L: van Iperen en E: R: Hausman, / in margine:/. Amboina den
2:' Maij 1789:/: lager:/ ten mijnen overstaan:/ geteekend:/. J:s Hogerwaard, fiscaal.
Aan als vooren.
Den teekenaar ingevolge de zeer gevenereerde ordres Hunmer Hoog Edelh
„heedens nauwkeurig onderzoek gedaan hebbende na de behandeling en wel„
„ke op het alhier leggende Bark De Ceram aldaar bescheidene Jaranen
heeft plaats gehad, zoo is denzelve door ’t eenparig getuigenis deezer
volkeren en anderen opgemelde boodems bescheidene Dienaaren gebleeken
dat deese lieden met behoorlijke bescheidentheid zoo geduurende hunnen
reise herwaards als hunne legging ter rheede zijn behandelt.
Hebbe de Eer mij met schuldpligtige veneratie te subseribeeren: /: on„
„derstond./. welEdele Achtb: Heer ./:Lager ./. uwel Edele D: W: en
onderdaanige Dienaar ./: was geteekend:/ J:„ Hogerwaard fissaal
:/ in margine:/ Amboina Primo Maij A„o 1789:
Eerbiedig
Aan