n

Van Timor onder dato 5. Iunij 1695.

aen zijn Ed.e den heer en M:r W: van Outhoorn

gouv.r generael, en de E: heren raden van nederh.t

India tot batavia, deselve toewenschende alle heijl„

zegen, gesondheijt en voorspoet

Eerstelijk seggen de princen en regenten van roepang

sonnebay, en Taibene, als datse de hoog geagte brief

benevens de daerbij gehorende geschenken vanden heer

gouv. generael, en de rade van India, met het schip

Eronenburg hier aengebragt, uijt landen vant opperhooft

willem moerman niet overgroot genoegen hebben ontfangen,

daer de princen en regenten voorn. ten hoogsten

dankbaer voor blijven

mede hebben wij verstaen, als dat den gouv.r generael

ende de raden van India onsen brief en’t daer bij

gevoegde geschenckje met 't Iagt de wiltschut over

gestuuert wel hebben, ontfangen

nog hebben wij verstaen als dat den gouv.r generael

en raden van India nog in goeder gesondheijt waren

levende, tgunt wij wenschen enbidden, dat den god des

hemels haer Hoog Ed: indien stand lange Iaren sal

laten Continueren

Eerstel. heeft den gouv.r generael en raden can

India ons kond gedaen, als dat wij niet te doen zoude

hebben met den Commogon maij Coessa maer largeren,

denselven om met zinvolk weder na zijn Ende negorij

amphoan te trecken, op dat zij onderhare vrienden de

fortugesen zoude woonen

En wat ons aengaet, wij willen d’ ordre en bevelen

van haer Ho: Ed: zeer gaerne opvolgen, want wij hebben

't den

45.