closeTerug naar inventaris

Transcriptie

164.

Van Timor 19. Aug:o 1e9t.

niet wilden over een komen, hij als dan met alle

tvolk die hem wilden volgen, zig vande

hebellen zoude af separeren, en bij den Coning

Conquenak op raccauw, onder de gehoorlaemheijt

vande EComp. domicilium nemen en nademael

ons uijt uEd: successive g'eerde letteren komt

te blijken, dat een gemene vrede op dat Eijland haer

wel sal gevallen, zoo hebben wij geen swarigheijt

konnen maken om gemelte rebb tot antwoord te

dienen, dat indien hij en de zijne van gandscher

herte tot den vrede met haer Landsluijden de

westersrottinesen neijgden en vankening waren

daer heijliglijk en onverbrekelijk bij te blijven

Donder rust naderhand, zoo meijn Eedig buijtende

minste rede te verbreken, gelijk bij haer zoo

trouwlooslijk was geschiet) dat de EComp. als dan

haere verdemroediging sig wel zoude laten

gevallen, en met derselver tusschen spreken sien

te sewerken, dat de door haer gestoorde rust herstelt

en alle oorlogs actien op 't Eijland rotij jn een goede

vrede verwisselt wierden, met welk bescheyt

hij rebo op 28. daeraen weder vertrocken wesende

quam denselven op 17. deser net nog twee

Commogons der rebellen namentlijk Lolle kasse

zijnde de soon van Cappe Mangraaij Momboor

vanden Jongen Coning van bulba genaamt

Leeuw mangraaij welke de gemaekte vreede

a.o 1691.