closeTerug naar inventaris

Transcriptie

73.

Van Timor onder dato 19. Aug.o 1695.

Portugael en de Comp. is, en aangesien de sekere

kennisse die ik hier van gehad hebbe, hebbe ik

mijn volk gesonden met ordre datse aan geseijden

laijbeno belasten zouden, om hem selven uijt onse

geseijde landen te retiveren, zonder iets meer

te doen, om dat de eerste reijse was, gebruijkende

ontrent uE dewegen van goede politie en beleefth„r

zijnde de ordinaire gebruijkelijke wegen met

wel toegelaten, dog gesegt dat VE. toeliet dat

zijluijden andermael mogten komen om woonin„

gen off thuijnen in onse voorschreve landen te

Maken, zoo zij ne gewaerschont, dat ik ordre geven

sal dat hem alle schade gedaen werde, dies begere

ik op VE: zoo wegens den Coning mijn Eere, als

mijnent wegen dat uE: niet toelaet dat er eenig

van uE volk overga in onse landen, ende

wanneer ’t tegendeel mogt gebeuren, zoo en voel

UE: geen regt altoos hebben, vermits uE: gewaer„

Schomet is.

aangaande de zaken van larentoeke, met de

Tamalas, wij zijn verleden Iaer ingevolge

van de ordre vervat inden brieff aan mij

van de heren van batavia geschreven over een

gekomen, dat ik aan de mijne bevelen zoude de

wapenen neder te leggen, en datse geen verstant

met de hare houden zouden, gelijkse dan ook

ordonneerden, maer de mijne hebben dese ordre

onderhouden, en de lamalas niet, ik weet niet

waer