Transcriptie
80.
Van Timor onder dato 19:' Aug.o 1695.
en genegentheijt des gemoets van Sengroedje
tsilij, damang bouamang, en alle de ondste
van Londijang, sendende hare menigvuldige
salutarien aan den heer gouverneur generael
en de raden van India, dewelke den hoogste
loven god, met alle helmelsche en aardsch
zegeningen gelieft te verheerlyken &a
Vorders uEd: Ho: a: Missive verselt met
desselfs seer te estimeren schenkagie, is aan tenghadje
t silij en Cap.n Poura benevens damang bonamang
wel toegebragt geworden; en hebben deselve met
behoorl. eerbiedigh.t ingehaelt. tegenwoordig
bewaekt senghadje tsijlij, die inde Negorij Lowaijang
was het land van Solors, en hebben wij geenige
oneenigheden onder ons, maer die van Lamahala
en larentoeke leggen tegen malkanderen overhoop„
houdende senghadje dasje en senghadje tsitij volgens
uEd: ho: agtb: bevel, haer selven nu sul, zonder
eenige vijandelijke actien te plegen. hiermede
eijndigende, hebben niet anders tot blijk van
onse genegentheijt, dan alleen dat sanghadje tklij
een stuk wax, en damang bouamang, mede
een stuk wax aan uEd: Ho: agtb: komt te
offeren
geschreven inde Negorij Louaijang op een woensdag
der maand safars int Iaer Ba, op een morgen, het
Eijnde zij met vrede en heijl verselt
onder