closeTerug naar inventaris

Transcriptie

7.

Van Macassar den 20:n Maij 1695.

Cassen bevonden, en met het overwigt ter resolutie

vanden 18. maert, distinctelijk geciteert, is verstaen,

het een tegens het ander p.r winst en verlies te

vereffenen, en de scheeps over heden, om de geringh.t

van verdere aenspraek te Libereren. waerna

gemelte fluijtschip vande nodige ballast, Mitsgs.

drinkwater en brandhant voorsien wesende, den

=ordere dereise na

21. Maert afscheyt gekregen heeft, om met de

Timor

rest zijner lading na Timor te stevenen, en

agtervolgens uEd: wel gegeve ordre, de retour

over biema om sappanhomt off anders over Iavas

oostcust om timmerhout te stevenen, dog wi hebben

den schipper Ian vande velde, volgens raads besluijt

van 21. Maert voormelt, gerecommandeert, zoo

hij op zyjn wederkomst van Timor tot Biema,

geen lading sappanhout vond. (daerwij doenaerls

al grotelijx aen twijffelden, dog nu genoegsaem vast

stellen niets te sullen vinden, gelijk bij vervolg

blijken sal) dat hij dan, zoo weer en wind dienen, om op retour macas„

„sar weder aen te

wilde, hier aengieren souw, om door ons 't zij direct, gieren

_

dan wel over Iavas oostcust, voort na batavia

geschikt te werden, alsoo wij hier geen ander

Comp: vaert. soude aende hand hebben, dan

het Iagje dewildschut. en desloep den arend die

wij gissen, te sullen moeten aenhouden . welk

besluijt