1

V

28

26.

Van Macassar 20: Maij 1695.

vergaderingen vanden 17. 9ber en 11. xber gepropo„

„neert zijnde, om den boekhouder nootnagel met

eenige militairen na biema tesenden, is sulx bij

meerderheijt van stemmen opgeschont, tot de komst

van den nieuwen gouv.r, nawiens arrivemient

bij resolutie van p.mo Waert gearristeert is, den

besluijt om tot biema

weder post te vatten

voorsz: nootnagel weder voor resid.t na biema

te schicken en aldaer ter gelegener plaets, met

hulp vande biemanesen onder de groot gouv:r denellij

rassenaij, en djenelij sapij, bij absentie van hun Coning

een vesting van pallisaden met twee punten

in een parlisade vestinge

Extrneren en daer in met 26. Coppen postte

vatten. gelijk dan vervolgens het Iagje de

widschut tot hun transport, en’t overvoeren der

vereijste benodigtheden aengelegt, voor 5. maanden

de wiltschut met het

nodige derw:t geschikt

gevictualieerd, en den 18.n Maert van hier vertrocken is:

wesende d.o nootnagel ter hand gestelt, een ampele

Instructie tot sijn narigt, onder 15. d.o, bij ’t afgaende

Instructie voor den

resid.t nootnagel

brieffbrek ingeschreven, daer ook te vinden zijn,

de brieven aende regenten van biema, en

radja Tambora na de gelegenth.t vande tijs door

brieven na biema

en Tambora

den gouv.r opgestelt, en bij die occagie afgesonden

het voorsz. Iagje is p.mo april inde bhaij van

biema gearriveert, daerse dat respect door den

de solaten toestam

op biema

woedende Tamborees aen Comp:s verlatene Logie

bevonden