Transcriptie
28
2
3.
26.
Van Macassar den 20:e Maij 1695.
hier ten Castele in zijn geiseling, welkers gemalin
de Coningin van siema bij hae
man int Casteer rotterdam ot
den 17. november in het Campon baroe off nieuwe
geplaetst
gehugt ter zuijden dit Casteel, verblijf gehouden hebbende
bij raets besluijt van denselven dag vergunt is, bij haer
man in't Casteel te mogen woonen. gelijk zijmet een
kleen gevolg, tot nog toe continueert: wesende
naderhand en met het ontfangen van uEd: missive
vanden 17. 7ber p.r 1Jocgje de wildschut, ter
Vergaderinge vanden 2. december gemediteert
de biemanesen op maco
„sat verblyf houdende
om de biemanesen die hun hier nog onthielden in
conformiteijt van uEd: ordre, weder na hun land te
senden, is sulx doenmaels, mits de Ontfangene
tijding nopende het desterneren van biema gedeclin.r
dog bij nader ondersoek en specialen opneem
bevonden wesende, dat het getal der Biemanesen
die hier nog verblijf hielden, buijten vermoeden
bestond in 574. mans 67. vrouwen en 17. kinderen
hare sterkte
tesamen 658. zielen, is bij raads besluijt van 21:
december verstaen, de voorsz: mans persoon weder
de manspersonen geor„
„done. van macassar
na hun land te doen vertrecken; latende Nunner
te vertrecken
keure, om de vrouwen en kinderen mede tenemen
dan wel die om de verwosting van hun hooftdorp,
hier voor eerst nog te doen Continueren, met
verloff canden Coning van Ddiema, om uijt d.o
getal eenlijk 8. Caarls tot zijn dienst te mogen aenhouden
dog gemelte Coning dit aengesegt zijnde, versogt
ter