Transcriptie
27.
Van Macassar den 20. Maij 1695.
ten minsten de helft der manschap te mogen behouden,
versoek van radja
Diema
’t geen ter vergadering van den 24. xber afgeslagen
wesende, is hem voor onderhout 25. rd.s ter maand
die 25. rd.s kostgelt
toegelegt, tot de komste vanden nieuwen gouv.r,
is toegestaen
misgaders d’accommisdatie van 200. lb. buskruijt
een p.l musquets kogels en 10. kippen stroolend, mits
betaling toegestaen; maer na de aenlanding
van den gouv.r van Chije bevonden zijnde, dat de
Ordre tot retour van voors. biemanese manschap
voortmeerder gedeelte voldaen was, is de verstrec„
—
king van’t kostgeld voorm.t (reets voor twee
dat weder ingetroc„
ken was
maanden genoten zijnde) ter vergadering van den
22. feb=ij afgestemt, dewijl bij nader opneem (ter
resolutie van p:mo Maert geinsereert) Consteerd,
dat hun hier nog onthielden 245. zielen. daeronder
nader monstering
144. vrije en 72. slaven, alle mans persoonen, de
gedaen
resterende 29. in vrouwen en kinderen, ende alhoewel
er tzedert met de gevolgde besending na Biema,
zoo p.r de wildschin als andere vaertuijgen
eenige mannen
ontrent 50. a 60. kaarls vertrocken zijn, soo blijft
geretommeert
het toegeheijde Costgeld ingehouden, dat de ordre, om die
alle op agt na weg te senden sal voldaen weesen:
’t geen sonder ’t gebruijken van meerder authoriteijt
de hese bij oogluijking
gecontinueerd
niet ligt ter uijtvoering sal te brengen zijn, dat
wi als nog niet raadsaem oordelen, invoegen
'tselve