Transcriptie
2
2.
30.
Van Macassar 20:n Maij 1695.
of de thiende, die haer hoogh:t uijt het gegraevene
goud, gandeert. wesende in 8. maanden niet meer
versamelt en bij ons in voorraet ontfangen, dan 16¾
Thailen goud, die bij eerste occagie staen overgesonden
te werden.
alle voors. Onderdanen dragen zig meest vredig
van de questien en kra„
kelen onder d’onderdanen
en gerust, buijten de krakelen, die er nu En dan
ontstaen over de pretentien op Elkanders onderhorige
menschen slaven, buffels, off diergel, daer de
hoven van Bout en goa, ook somtijts in gemengt
raken: dog waeraff wij niet dienstig oordelen,
uEd: telkens te berigten, alsoo het merendeel maer
huijs geschillen van oe kleen belang zijn, die bij
verhandeling dog ter resolutie off iu dagregistes
geinsereerd werden, eneckers advijs meer
d’'advisen onnodig
soude strecken tot uijtbreijding der brieven dande
geagt
vereijste noodwendigheijt, ten zij dan dat die van
gevolg waren off gemeenschap met de landregering
ten ware vermengt met
staets geschillen
hadden, gelijk de quistie der missive van den 6.
Maij a:o 1693. ter neder gestelt, daer in radja
bonij zig soo hevig en gebelgt over benserg.t
Jacob steenbergen betoonde. wesende tot de
afhandeling der voorsz. questien hier een vaster
dagvan prascriptie overgesrapdocg gestelt, tegen den 8. october Passado, dog
welken