Transcriptie
28
2
2.
40.
Van Macassar den 20. Maij 1695.
hertelijke groete aanden gouv.r betuijgde, nu meer
voorgename atkams
van radjabonij
trooft en genoegen uijt hoEd: brieff geschept te hebben,
doen wel voor heen, dat ook zijn hoogh.ts quale wel
verargert was, maer dat zijn hoogh.t iw vastel.
besloten had, van Chinrana op bontuale te verschijnen
alwas ’t ook dat hij onderwege soude dood blijven,
en de voorgestelde Conditie
wanneer sijn hoogh.t door den gouv.r maer die
versekeringe Erlangen mogt, dat alle de laads
personen, die inde gemene vergadering der bondgenoten
in aug.o 1693.) present geweest waren, bij den
anderen soude blijven en op eenige vragen die zijn
hoogh.t danwilde voorstellen, behoorlijk soude
antwoorden
—. waer op bij ons ter vergadering.
van p.mo april omstandig gemediteert zijnde
is om reden, daer ter neder gestelt, verstaen
de gevergde Conditie van radja bonij, sonder eenige
nadere vrage, off consideratien eenvondig toe
die eenvoudig toege„
staen is
testaen, gelijk de antwoorde dan op den 2. d:o
in een particuliere Conferentie vanden gouverneur
in een particuliere
aen voors: Toek, (dog op Expres begeren van zyn
Conferentie bekent
gemaekt
hoogh.t) ten overstaen van aroe Palacca en nog
vier voorname Coningen buijten de mindere en
bijlopers, zodanig gegeven is, gelijk bij ’t dagregister
onder 2. d.o omstandig aengewesen staet, daer het
verder discoers, over den ondercoopman Junius