ng

41.

Van Macassar 20:n Maij 1695.

en de herstelling der onderlinge Harmonie ook

opmerkelijk te lesen is. sedert wierden wij den 20.

april door voors. Toek Carelissan berigt, dat zijn

hoogh.t besloten had den 20. dag hunner vaste

maand (vallende op den 5. Maij) van Chinrana

besluijt van radjabonijs

te water over bonthain herw. te komen, ten welken

afkomst overbontham

eijnde aroe palacca met de andere Coningen

en groten den 27. d.o met een redelijk groot gevolg

binnen het Casteel bij den gouv.r verschenen, bekent

makende dat aroe Canete matoea, als sconnnx

derw. eenige groten

stede houder eenelijk tot bontuale soude blijven, en

voor affvertrocken

zijlieden nog dienselven nagt na bonthain stonden

—

te vertrecken, om radja bonijs komst aldaer

aff tewagten. gelijk zij dan alle hun vasten

dag braken om het Collation, dat zij sagen voor haer

bereijd te zijn met den gouv.r te nuttigen, na’t

welke en verder onthael zij seer vergenoegt

en voldaen haer afscheijt namen. maer radja

bonij midlerwijl ervaren hebbende, dat de Z.t O.

winden, buijten verwagting dus vroeg en soo teerste voornemen

van radja bouy gestaekt

sterk doorwoeijen, dat zijn hoogh.t, met de hofstoet

de rutsige hoek vaen Tiro, niet zonder groot gevoier

soude konnen passeren, is dierhalven van resolutie

verandert, en heeft besloten over de landweg van en datreijse over de land

weg besloten

padang padang herw. te komen en van Chinramce

te sullen vertrecken, na het Eijndigen hunner

aiste