Transcriptie
2
46.
brieff van Ichoor aln
radjaboni
als een Compliment
aengesien
verderschrijvens tot
nader occagie uijt
gestelt
tijding uyt Ambon
Van Macassar den 20.en Maij 1695.
zoo ons ter zijde berigt werd, hadjabonij last
gegeven heeft, tot den Inkoop van rijs, voor twee
Ionken van Johor, waer aff het eene hier den 12. april
met vlaggen en wimpels aenquam, welkers
nachoda Lading op afvragen berigte, die bravarde
te maken, om dat hij brieven van zijn Coning aen
radjabonij mede bragt zonder dat ons daer aff
tot nog toe, iets naders ter kennisse gekomen
is; en niet dienstig agten, daer op verder te
inquireren, als vast stellende; dat het maer een
Compenn: briefje sal geweest zijn, om voorsz. nae roda
de behulpsame hand te bieden: gelijk 'tvervolg reets
thoond, terwijl radjabonij niet gewoon is, met die
van Johoor, eenige suspecte speciale Corresponden
tie te houden
dus verre hebben wij het van onse pligt geagt
uEd: berigt te geven van alle voorname saken
en voorvallen: dog sullen het verdere met het
antwoord op VHoEd: brieven tot nader occagie
uijtgestelt laten, wesende Onder tschrijven op 12
en 18.en Courant uijt Amboi gearriveert, eenburger
en een Chimse Chialoep, beyde in agt dagen
overgeseijlt, met welke eerste ons uyt schrijvens
vande Ed: heer m.r Nicolaes schagen en den raad,
van