Transcriptie
55.
Van Macassar den laasten Iunij 1695.
werpen, een batterij inde
opgeworpen hadden, en daer aff s'anderen daegs
lempel op, schieten
smhorgens zijnde den 23. Maij niet groff schut sterk
—
Ma Canon
Cannonneerde, meest sonder rooij, over de vesting
dat d’ onse destrueersen
waar door de vijand
heen, dog d’ onse deskueerden die in korten tijd, en
daermede retireerden zij, eer vlugtende als
met verlies van 4. Man
aftreckende, in't welk nog 4: mannen, die er een
rood vaendel uijt spijt van d’ onse meenden te
planten met hun bloetvlag door een Canonschoot te gel.
weg genamen wierden. hebbende den vijand in dese verlies van den vijand
artacque over de 200. Coppen verloren behalven.
dood en gequetsten
500. gequersten, die hij mede gesceept heeft. want men
1es. dodelijken getelt, bij
telde na’t aftrecken vanden vijand 105. lijken die
den Tempel veel bloot
er waren blijven leggen, en binnen de muur der
en 2. vier pontskogels
lempel daer de battarij opgeregt was geweest vonemen
seer veel bloet en 4. nieuwe graven, daer bij zij ook
een isere ketting en 2. p.s koegels, zijnde 4. ponders
had laten leggen, wesende de verslagene voorts
meest door die van biema en dompo meest geplund.t de verslagene geplondert
en delijken (die alle elk een sackje met rauwe rijs
tot provisie omt lijff geregord hadden) voorts in zee
gesmeten. ende hadden de Tamborisen nog verscheijde parthij paerden tot
buijt
Paerden tot buijt voor de onse agtergelaten. dus hebben
haer uEd: getrouwe krijgsknegten dapperlijk gequeten
loff der belegende
en de reputatie vande EComp. bij dien landaerd
met bijsondere loff opgehouden, waer aff eenlijk
twee