Transcriptie
67.
Van Macassar 30.' Iunij 1695.
op genomen, dog bij onse meer gemelte biemase
Instructie en brieff van 17. deser, geordonneert hebben,
niet alleen de geleende sloep patientie ten eersten
de duijf en patientie
te ontlossen en weder herw: tesenden, maer ons ook werden op onboden
toe te schicken het fluijtje de duijff, om van hier
’t zij overIavas oostcust, dan wel regt deur na batavia
te vertrecken: dog het Iagje den swarten Arend den arend gaet van
daer over Iava
volgens 'tbandas advijs vrij swak zijnde en op
zijn vaste huijt varende) hebbende wij belast
uijt de bhaij van biema, over d.o oostcust voort
tesenden, met een gelen briefje en d’ oncost reecq:
voende provisie, welke men aen 'tselve tot biema
heeft moeten verstrecken, als in banda maer voor
een maand geproviandeert wesende, welke tijd
den 8. deser alverstreken was. hebbende wij het
de wildschut werd op
voors. Iagje dewiltschut op nieuws doen versien nieuw gepropideert
van de provisien, ammonitien, en verdere
behoeften, en 'tselve voorts door de Timmerlede
doen calsaten en repareren, wanneer het vervol„
gens weder voor biema aengelegt en beladen is, is gerepareert en gela
den met nood drieft
met 20. lasten rijs, voorts 36. droog gesoute
harte vlees, 3. lasten Cadjang en 400. papoenen
met partij planken en dakpannen, voor de
wooning inde vesting, daermen voor’t aannaderen
tot onderhout enwering
van den Tamborees, het stroo dak, voorsigtig
van onheijl staet te
afgeligt had, om voor brand bevrijd te blijven vertrecken
welke