closeTerug naar inventaris

Transcriptie

68

Van Macassar 30:'n Junij 1695.

welke Iagje dan in korten met zijn volle lading

weder na biema staet te vertrecken, dog 'tgeen wij

nog eenige dagen, meenen op te houden, off ons

Ondertusschen het verwagte nader berigt van daer

mogt toekomen, om daerop dan met een te konnen

op nader bekometijding rescriberen, als tot welkers overvoer wij nu anders

van biema

gene gelegentheijt aande hand hebben. wesende

met de J.o besending hiervoren gemelt buijten

andere provisien nog gelijke 20. lasten rijs afgescheept,

met de vorige besending

is reets 40. lasten rijc

tgeen met voordagt dus ruijm genomen is, om de

afgescheept

van biemia en dompo daer uijt te konnen accorno„

„deren, t zij in ruijleng van gout, slaven, wax of

diergel., dan wel op de leverante van sappanh=t

om reden hiernevens tegens 16. rd:s 'tlast, gelijk dat bij onse voors=z

brief na biema van den 17.' deser breder gextend.t

staet: alsoo d.o bondgenoten door de verwoesting

en specialijk tverbranden van bolo, der biemanesen

spijskamer, t eenemael van levens middelen

berooft zijn, en van hongers souden moeten vergaen,

bij aldien zij, door de EComp:e niet wierden

gesnstenteert

Ende hiermede uwel Ed:, dan berigt gegeveen hebbende

eijnde dermaterie

van sumbawa

van het voorgevallene en het verrigte, ontrent het

land van sumbawa treden wij hiermede over

tot den stamt van saken deses Lands.

wij hebken

bij