closeTerug naar inventaris

Transcriptie

eest

69.

Van Macassar den 30. Iunij 1695.

bij onsen I.o genoteert dat radja bonij bversloten had, en verhandeling der

over den landweg van padang padang herw. te selvbesz. zaken

komen, en don den dag van zijn hoogh:ts vertrek uijt

Chinrana vastgestelt was, na het Eijndigen hunner

vaste maand, die den 15. Maij uijt was. ende

radja bonijs vastgestel

hoewel wij doemaels gisten nog voor het uijt eijnde

de herw. konst is

gemist

dier maand hier aen’t Casteel sou verschenen zijn

is gemist, alzoo wij ontrent dien tijd berigt kregen

dat de revier van Chinrana door swaren regen

int gebergte, soo sterk opgeswollen was, dat het

omnevenstaende

oorsake

land daer rondsam 2. â 3. voeten onder water

stond, sulx de afreijse van zijn hoogh.t, tot na

het zacken van het water opgeschort bleef. dog

den 9. deser voormiddags, ontfingen wij berigt

door Expresse afgesondene van aroe palacca,

berigt van radja bonijs

dat zijn Hoogh.t te dier tijd vier dagen geleden,

tot Maseppij gekomen en nu geheel 7. dagen van

Chinrana opgebroken was: doenmaels Calcule„

„rende dat het hoff den 10. d.o tot Tanette verschijnen

en s'anderen daags hier wesen sou, dog dese

die verijdelt werd eerst

gissing wierd ook verijdeli, terwijl zijn hoogh.t

op Canette aengierd

tusschen den E. en 9. Courant, snagts ten een uur

tot Canette gearriveert, en na ruijm 2. uren

verblijfs, terwijl zig redelijk gedisponeerd vond

en denselven avond

vandaer afgestoken, en dien Eijgen avond„

op

onkent