closeTerug naar inventaris

Transcriptie

77.

Van Macassar 30:' Iunij 1695.

alleen gedefereert ware, zijn hoogh.t antw: daer

niet op, maersloeg voor, om de brieff die zijn hoogh.t

de laetste vertoont zijne

in’t laest van’t Iaer 1693. over die sake aen

brieven aen hun Ed

gesz. en van hun

uEd: gesz: hadde, met de twee brieven die uEd:

ontfangen

in Maert 1694. en Ianuarij deses Jaers, aen hem

de

hadden gesonden; te doen voorlesen, om dan over

zaek beterte konnen oordelen. En hoewel den

gouv.r betuijgde, reets ten vollen vande zaek

geinformeert te zijn; om dat het lesen dier brieven

het gemoet van zijn hoogh.t mogelijk te veel zoude

Ontsellen &.a bleeff hij daer bij persisteren: zulx den

gouv.r daerin bewilligde. wanneer gemelte brieven

die gelesen werden en

1„

vervolgens wierde op gelesen, ende twee nederduijtje

door den gouv. na

gesien

originele van uEd: door den gouv.r nagelopen

op welke eerste zijn Hoogh.t den Secretaris holscher

met verposingen distincte malen vroeg, off 't zoo met

gepasseert was. alsoo die mede d’ algemene vergade„

„ringen der bondgenoten bijgewoond: hadden: die took

zoo affirmeerde: maer op uEd: Eerste brieff ontmoeten

zijn hoogh.t verscheijde beroeringen, onder ettelijke

radjabouijs ontstelte

ins net uijtbarstende

Commentaria met de bijwesende hoffgroten en den

kranen

Toek Carelesso, inde boegise tale, die ons niet vertoekt

wierden, dog alderhardst ontroerde zig zijn hoogh:t

met uijtbiggelende Tranen, over de pertode in

uEd: brieff, daer gesegt werd, dat de meeste

bondgenoten