Transcriptie
79.
Van Macassar 30:n Iunij 1695.
zijn hoogheijt seijde seer vermoeijt te zijn, en met
des gouv.rs Intentie met
langer te konnen zitten; versogt dierhalven afscheijt rada bonij overradjabie„
„ma, werd afgebroken
met afsprake, dat zoo dra zijn hoogh:ts quale, zulx
door onmagt
maer eenigsints konde velen, selve weder te sullen
binnen komen: gelastende voorts de Coninginne
met het geselschap te blijven, om het berijde Collation
vertrekt na bontuale onder
te helpen nettigen, en vertrock daermede na
22. Camonschoten dog de
Coningin blijft tot 8. uren
Bontnale, onder 15. Canon schoten vant Casteel
en 7. d.os vande redout Mandarsaha. blijven de
de Coninginne tot savonds ten 8. uren wanneer die
na genoten onthael, met het geselschap ook afscheijt
nam, zedert is 'er niet sonderlings gepasseert, en
hoewel wij bij 't gehele hoff niet anders bespeuren dan
des Co: genegenth.t werd
een bijsondere toegeneugtheijt, die van onte zijde
voorsigtig geconterveert
voorsigtiglijk werd geconserveert, zoo blijkt ons
biemas zaekleijd geen
uijtstel
egter niet duijster, dat het geschil op dese voet
niet langer Troteren mag, maer hoe ver hoe lieven
moet gedecid.t werden
—
diend afgehandelt; ’t geen den gouv.r, met de vereijste
dat den gouv:r hoopt te
Industrie, inkorten ook hoopt te bewerken, om daer
bewerken om swarigh.t
weg te nemen
door alle gevreesde swarigheden weg te nemen,
hebbende wij het relaes van zijn Hooght.s
afkomst, ende gehoudene Conferentien wel
wijdlopiger gestelt, als den trand van een
brieff requireerd, dog uijt insigte om uEd: tot
speculatie te dienen, en van de bijtonderheden
niet