Transcriptie
89
Van Macassar: 30.en Junij 1695.
en Hend:k berghuijsen, ter zijdes oom Macassar
in't Casteel Rotterdam 30. Iunij 1695.
endaeronder L: S: groot Agtb: Heren
Terwijl onsen voork: brief vanden laesten Iunij
na dat de brieff
reets zoo verre gemumteert was; heeft het onverwagt
klaer lag
geval ons verpligt, ons nader advijs hier nog aen
te lassen om uEd: bekent te maken, dat de zaek
van radja biema, gisteren voormiddag, tusschen
werd de zaekvan radje en gouv.r en radja bonij is gedecideert, naaml.,
biematusschen den
dat radja biema van hier gebannen, en met de
gouv.r en radjabouij
afgedaen als hier nevens
eerste Occagie na batavia sal gesenden worden, als
na lands regten schuldig verklaert zijnde, aende
Moord van zijn moeij de Coninginne van dompo
tot kamba gepleegt, 'twas eergisteren na de middag,
dat den gouv.r Comp.s Toek na bontnale sond, ee
acces voor den sects. abraham Holscher te versoeken
ten eijnde denselven niet zijn Hoogh.t uijt zijn E.
naem over eenige saken mogte spreken, welkers
komst zijn hoogh.t dan Termineerde, tot gisteren
morgen ten 8. uuren, maer met het schenieren
holscher met den dag na
bontnale, die radjabom„
vanden dag, lier zijn Hoogh.t d.o secretaris weten,
vri wel gedisponeert
dat hij maer ten eersten zoude komen, die zig dan
bevind weder van
hem vertrekt
voorts te paerd na bontnale begaff, dog zyn hoogh.t
seijde, sonder eenige reden aff te wagten, dande
eerste boodschat, dat hijtig Tamelijk wel
gedispon.t