Transcriptie
87
Van Macassar 2.e Iulij 1695.
werden, tot het uijtten van zijn advijs, maer
seijde, dat gelijk het nu stond gedecideerd te werden,
sulx ook in het toekomende ta een regel voor
navolging in het straffen van andere soude
moeten strecken &.a eijndelijk wierd goetgevonden
alle bij zijnde persoonen buijten de vergaderzael
te laten vertrecken: blijvende den gouv.r met
den E: Schenkenb. Suring
en hoescher staen buijten
zijn hoogh.t en beijder toeken net geslotene
deuren alleen binnen, wanneer na de besoignes
van Ontrem een kleen uur het diense proces,
in wijse als voren; vastgestelt, en tot zijn
Hoogh.ts vergenoeging gedecideerts, ’t geen dan
wanneer Proces
gedecid.t werd tot
met applaudatie der presente rijxgroten
vernoeging
int ouderlinge blijdschap aengenomen, en niet
wedersijdse handtasting en gelukwenschinge
bekragtigt is, de Coninginne quam ook met
het andere geselschap wederbinnen, en meen
den gouv.r bedankt
blij gelaet den gouv.r bedanken, voor de
aengewende, sorge, seggende dat zijn E. het
volk van bonij daermede uijt het graff gehaeld
had, ende den Coning met blijde tranen; dat bonij met verdere betuij„
„ging van beijdsechat
bij na gewurgt, dog door den gouv.r wederlos
gemaekt en vrij gestelt was; maer in dit alles,
presente de wijse bestiering uw Ho Ed:, door
wienszorge en beleijd, dit werk een gewenst
—
Eijnde genomen hadde, in zomma 'twas, off men
bij