Transcriptie
91
Van Macassar 26:en Julij 1695.
Hoog Ed:, gestrenge Agtb:,
ontfangen p.r den bandas
burger pieter de meijer Janhafte, wijse, voorsz:, en
den 7. aug:o 1695.
seer genereuse eren
Hoog gebiedende Heren
met de Chialoep de hoop in handen van den burgee korte karginalij
gerret Ians. box, is onsen tweden brieff vanden
—
onsen J.o brieff den
laesten Iunij, met het Pestscriptum vanden 2.n
2:e Iulij afgegaan
Courant, aen uEd: afgegaen, aen welkers
goede kstellinge wij wel niet twijffelen, dog gaet
de Copia van dien
gaet hier nevens
de Copij egter na gewoonte hier nevens, tot
welkers inhout, wij ons eerbiedig refereren
Sedert is den 12. deser tonser vergaderinge
pieter meijer arriveert
verschenen, den bandas burger pieter de Meijer, den
uyjtbanda en vertrekt
25.e Maij hier uijt banda gearriveert, en met Een weder derwaerts.
lading rijs, den 16. Iunij nevens ons schrijvens
van den selven datum aan den E. oppercoopman
en gesaghebber Balthazar Coijst, mitsgaders
met schrijvens aen
den E. Coijeren raad
den raad, weder derwaerts vertrocken zijnde, in
seening het over de zuijd te halen, quam 208.
kan de reise niet
gewinnen keert weder
rug, berigtende dat nits defelle Z: O: wind en ’t
holle water geen zee had konnen bouwen, dog de
relijs de 29. d.o hervattende, quam s'ancerendaags
herwat de reijse komt
andermael te deser rhede, verklarende nog felder nogmael te rug
winden ontmoet en sware leccagie gekregen
te