93

Van Macassar 26.' Iulij 1695

aen den resid.t Nootnagel vanden 17e Iunij

geordonneert was d.o fluijt scheepje zoo lang in

besetting te houden, tot dat de wildschiu daer zou

gearriveert zijn, maer het ruwe en ons uijmige

de wildschui kan door

hard wees de heijd

weer, is oorsake dat voors. wildschut tot leetwesen

niet gewinnen

de reijse niet heeft kunnen voltrecken, maer, om

dat zij het met gereefde marseijls, off met de

onderzeijlen niet konden gaande houden, als dat

het onderstallig geworden was, genoodsaect wierden

volgens genome resolutie der scheeps officieren

komt weder ter rhede

op te duwen, sulx d.o Iagje hier den 17. deser

gereverteert is: hebbende wij hetselve in't geheel

werd ontlost door

moeten loffen, en op nieuws van de becomene

leccagie gerepareert

leccagie repareren, waermede wij met onse

weijnige scheeps timmerluij nog in labeur zijn,

om het laden te

om dan herladen, en andermael gedepescheert

werden

8.

te werden,. terwijl op 20. lasten rijs, reets 1 23/5.

1 23/25 last rijs op 20. last

off 3840. lb. zoo gespili, als van ’t Zeewater nat

nat geworden en

geworden en bedurven bevonden is, dat op winst bedurven.

en verlies zal moeten afgesz. werden

Ondertufsehents hier den 19. deser s'avonts van

de gehuurde Chialoeps

Tiema geretourneert, de geleende burger Chaloop patientia komt vam

patientia korr paribiema met schrijvens van biema

den Luijtenam voors:n en den raad, van den 13.

brenge brieven van tieus.

verschuurr &.a mede

8. mitsgaders nog een brieff vanden resident

Noomagel