Transcriptie
109
Van Macassar onder dato 26:n Julij 1695.
omstandig bij de brieff, door den Luijten.r vander
schuur en den raad van den 13. deser Ceergister
avond ontfangen) geciteert staet, en daer uijt
specialijk, dat radja Tambora volgens 'tberigt
den 27. Iunij ontfangen) net dood nog wel
gequest, maer soo men meende weder genesen
was. voorts gedreijgt had, met dit presente
naenligt, zijn vorige attacque in’t bestormen
onter vesting te willen hervatten. ’t geen de onse
als met de schepen en sloepen over de 200. blanke
Coppen (behalven ontrent 2000 weerbare Inlanderen
van Biema en dompo, ook 150. maleijers en 30.
Macassaren) wel gekooft waren. maer dat wy.
geloofden den Camborees de Hardiesse niet sal
hebben, om zijn dreijgemen ter Execurie te stellen,
off dat hij nog ruwer als tlaest onthaele werden
souden. vervolgende den gouv.r wijders dat de
sterkte der vijand tot Laholoe ook ondersogt
en bevonden was, met geen water voorsien te
zijn, dat van daer een redel wijte veer„
moest gehaelt werden, zulx er ook kans some
wesen, inde presente droge tijd, meester van die
beroemde vesting en ook voenden vijand te werden
bij aldien 'er genoegsame magt aende hand was,
die