Transcriptie
105
Van Macassar onder dato 20. Julij 1695.
die men wel in redelijk getal had, maer op
welkers zulx en assistentie insonderh=t
standhouding, als top een kesfen quam, men geen
stael maken kon, en minsit op die van Biema
en dompo (die wel 't grootste getal uijtmaekte:
invoegen en nu men sag, dat den Tamborees
den oorlog tegens de bondgenoten en de EComp:e
met alle vigeur zogt voort te setten, het dan
ook tijd was, om hem in zijn desseijnen te
—
tengelen &:a zulx den gouv:r verder seijde, niet
te twijffelen, off radja bonij soude ten dien eijnde,
en om reden voors. zijne magt, bij die van de
EComp:s voegen. hier over vielen tusschen zijn
hoogh.t ende vier presente rijxgroten verscheijdene
redenkavelingen. zij stemden toe dat die vant
land sumbawa, insonderheijt van biema, volk
van een leugenagtigen en wispelturigen geeft
was, daermen geen staet op maken kan: gelijk
met eenige Exempelen vande vorige tijd
wierd bevestigt. maer zij meijnden dat men
de grond oorsake, van dese verwijderinge
eerst regt behoorde te ondersaken. zij allegeerden
dat wel het quade vanden Onverwinnelijken
god quam, maer dat er Kindere oorsaken
konde zijn, die den Tamborees, tot het voeren
der