Transcriptie
106
Van Macassar onder dato 26:' Julij 1695.
der wapenen zoude hebben konnen bewegen. den
gouv.r voegde hierop, dat wanneer een huijs in
brand begon te zaken, men dan niet ondersaeken
moest, waer uijt de vlam zijn oorsprong
genomen had, maer eerst de middelen moest ter
hand nemen, om de vlam te dempen, dat het
ook met het gevoelen der regte Christenen
over een quam, dat god alle saken bestierde na zijn
wel behagen. dat god ook somtijts het eene rijk wel
door het andere strafte, en daer na zijne toorn
roede in't vuurwierp, dat den gouv.r Enden
raad wel hadden ondersogt, na d’ oorsake waer om
radja Tambora, de wapenen tegens de mede
bondgenoten van dae land hadde opgevan dog
dat men geen anders had konnen vinden, dan
den trotsen ongerusten en verwaanden aard van
radja Tambora, die de Comp.s al lang vermerkt
had; en dan voorts de laffe en oneenigheijt der
andere landsaten, specialijk de Ialousij tusschen
die van biema en dompo, over de moord aande
Coninginne van dompo gepleegt, die den Tamborees
wel wise, dat Elkander niet helpere zouden &.a dat
de EComp.e uytCragt van de Contracten als
bescherm heer verpligt was, de verdrukte bondgenoten
tegens