Transcriptie
108
Van Macassar onder dato 26.en Iulij 1695.
EComp. uijtgekomen was, en sig verootmoedigt
hadde, terwijl dā andere nog hertueckig bleven
dat 'er voorts (zijnes wetens) noijt meerfaveur
aen Tambora als aan alle dā andere bondgenoten
bewesen was, ten ware men zag op de schentragie
die hij nu en dan vande EComp.e ontfangen
hadden dog dat dit Mogelijk oirspronkelijk was
uit dat radja Tamboras geschenk aande EComp:e
in liberaelheijt, die der andere bondgenoten
overtroffen had, dog dat zijn hoogh.t niet onbekent
was, dat haer Ed: mijne heren den gouv.r generael
ende de raden van India tot batavia, gewoon
waren de geschenken na enselfs boven de waerde
te recompenteren, ende eijndelijk bij aldien de E
Comp: aan Radja Tambora zoo veel gunst
boven zijne landgenoten hadde betoond, dat dit
geen oorsake zijn kan om dus boo aardig agter
uijt te slaen, maer veel eer om Comp.s werdere
gunst door wel doen te erkennen; hier op viel
dan geen verder debat, en ffinael antw.t was
dat zijn Hoogh.t zig op des gouv. propositie
nader soude beraden: daer den gouv.r opvoegde,
dat hij tig daerop gerustel: verlaten zoude,
terwijl hij sig versekerde, dat zijn Hoogh.t geen
ander
ā