Transcriptie
110
Van Diema den 17:en Julij 1695.
Wel Ed: Erntfeste, gestrenge
p.r Sagjie den swarten arend
ontfangen ta batavia 9. aug:o 1695. groot agtb:, Manhafte, wijse
voorsz: en genereuse Heren
Tot wat eijnde d’Ed: heer Iaac van Thije
gouv.r en directeur, benevens den agtb. raad tot
Macassar ons op Biema heeft wederom heten post
vatten, wanneer wy met het Iagje de wiltschut
alhier zijn aangeland, hoedanig wij van het
wrevelige Coningsken van Tambora, in ons Eijge
vesting op het furieuste zijn aengetast, en met wat
verlies hij van ons is gerepouseert, dat zal uEd
groot agtb: ongetwijffelt alvoor den ontfang deses van
onse gebieders tot Macassar ontwaerd zijn: sulx wij
hier van niet sullen aenhalen, maer eenlijk
bekent maken, dat wij den vijand, ons dagel:
niet vuur en swaerd dreijgende, zoo wij hest
konden, moesten zoeken tegenstant te bieden, en
mits wij reets swak van volk, en twee mannen
in dese actie verloren, ook daer en boven, nog vier
siekte shooij hadden leggen, de miedeben ter hand
nemen, die ons de gelegentheijt aanbood, dierhalven
hebben wij het fluijt scheepje de duijff, en het Iagje
den swarten arend, den 29. en 30. I.oleden van
banda komende, en ter Rhede van Biema, om
Sappanhout in te nemen gearriv.t zijnde, gearresteert,
on