closeTerug naar inventaris

Transcriptie

102

Van Macassar den 17: Iulij 1695.

'svijands land aen te tasten: waertoe wy ook

een Exprese na Sumbawa en Carre Canjer, die

loofd vande Tornoij djenis is, en zig aldaer

met een zeemagt ophou, gesonden hebben: dog

vermits ons aangesz werd, dat voors. Iagje

den swarten arem lek en Swak is, ook door dese

Onlust, tot zijn lading niet komen kan, en dat wij

sulx wel ten eersten na batavia mogten depescheren:

zoo hebben wi voor onse pligt geagt zulx

eerbiedig na te komen, en 'tselve uEd groot a:

toe tesenden, nadien het bevorens van onse eijge

Provisie voor een maand versien hebben, van den

dag afgerekent, dat het vertrocken is, dog alte

voren een halve maand nevens eenige verversingen

uijtgereijkt, waer van de specificatie hier bij

annex is. op het voorsz: Jagje is komen, den 2.

deser van de wereld te scheijden, den daerop

varenden Matroos, Iurgen Croet van Statijn,

wienskist en goederen wij nagesien, en volgens

uijtwijsen vanden Inventaris die inde kist

besloten besloten leijt, aan uEd: groot agtb: met

deselve overgaet: wat ons meer voorkomt,

zoo wij den optogt na Tambora doen: daer van

sullen wij uEd: gro: a: gants eerbiedig naderh.t

volkomentlk