closeTerug naar inventaris

Transcriptie

119

Van Macassar den 27.' Aug:o 1695.

eerbied gedragen, ondertusschen hebben wij gearresteert,

het Jagje de wildserut voormelt, tot onse laeste de wilschun genemen

de laeste besending na

besending off de maand October aente houden,

batavia

om het dan na batavia te depescheren; alsoo het selve

ons hier dog weijnig dienst doen kan, als te rank zijnde

om dat net te stade

kam en nodig ver

buijten de nodige vertimmering die daer aen

timmert diend

gerequireert werd. hier tegen hebben wij besloten het

fluijtje de duijff, dat nog inde besetting van biema

in desselfs plaets sal

leijd, daer voor eerst te continueren om inder

’t fluijtje de duijf

tijd, tot overcoer der nodige provisien en

Continueren om dat

ammointien g'emploijeert te worden, daer toe

Onse oude en swackesloepen Macassar en den arend,

de sloepen Macassar en den

arend onbequaem zijn

onbequaem zijn, en veeltijts, mits het kleene

ruijm de helft wel benodigen tot het stuuven van

drinkwater, brandhout en provisien: wesende bij

ons voor heen al vast gestelt, de sloep nacassar,

die geen droge wharen meer voeren kan, in

den eersten is alvoor heen

Maij passado ter vertimmering na batavia te vastgestelt na batavia

te senden omte

senden, dog welke wij volgens ’t geadviseerde

pertimmeren

bij onsen brieff vanden laesten Junij) nevens den

dog naderh.t beijde na

arend, tot de besending na biema hebben moeten

biema g'emploijeert

Emploijeren, zulx die beijde Chialoepen noodsakelj

aenstaende Iaer sullen dienen over gesonden te waerom 'tnonste Jaer sul

len moeten overgaen, zoo

'tkunnen uijthouden

werden; bij aldiense het Maer zoo lang sullen

konnen gaande houden. Invoegen wij uEd: appro„

batie, nopende de verwisseling der voors.

wildschut