Transcriptie
122
Van Macassar Den 27:' Aug.s 1695.
Handelaers te zijn, bespied en bevonden waren in
die 17. stx: in getal op
17. stx. te bestaen, leggende tot Catoepa op de wal
Catoepa lagen, en
en met een sterke wagt bewaert, dat Curelij Jampo„
bewaekt wierden
twede des rijx van dompo= door den Camborees
Turelij gampo danpwasrengesogt was, en met Communicatie der onse
door radja Tambora aen
voorgenomen had, bij den vijand over te gaen
„gesogt zijn voornemen
met belofte, dat hij bij ’t optrecken en aannaderen
onser magt, met de zijne, die door den Tamborees
gevangen gehouden wierden, van agteren op den
van opmerking
vijand invallen, off tot de onse overkomen zoude„
en aanwelk succes niet getwijffen werd, als
aen welkers succes niet
getwijffelt wierd als bek.t
ijnde hijbekent, voor een dodelijk vijand van
voor den Tamboresen
Eijand.
Tambora. voorts dat tot Sumbawa, uijt seker
dompo verstaen was; hoeden Coerelij gampo of twede van
berigt van een gevlugte gevlugt onderdaen van„ Tambora, voornemens
dompose onderd: tot sumbawa
geweest zijnde, een brieff aan de onse te senden,
opmerkel- wegens Cau„
relij gampo Tambora sulx door radja Tambora ontdekt en den selven
daer over een gehelen dag inde het zon gepland was,
die zig over dat affront zeer bedroefde, en sig buijten
twijffer, bij de optogt mede aen onse zijde soude
vervoegen, als met eenige magt tusschen Lahalos
en Catoepa, aen een revier geposteert leggende
het twede briefje vanden resid.t noodnagel
het 2.n briefje van nood
nogel dicteert
diteerde eenlijk, dat voorsz: luytenant
den opsogt vanden luijlt anderschuur, met de magt opgetrocken en tot
verschuur met de mogt,
de landstreke van dompo genadert was terwijl
den