closeTerug naar inventaris

Transcriptie

125

Van Macassar 27:e Aug.o 1695.

haekten. zulx wij onder den Segen des almagtigen, ook

op een goeden uijtslag, der voorsz. optogt hopen in

waerom te eer op een

goeden uijtslag der

verwagting, dat zoo dra onse magt tot aan spijaur

optogt gehoopt werd

sterkte sal geavanceert wesen, de meeste der gevan„

„gene van biema en dompo en selfs eendeel vande

Tamboresen tot d’ onse sullen overlopen; en dat dan

d'overige magt der hardneckige, ligt sal te divingen

zijn. anders en bij aldien den vijand nu zijn

dat in tegendeel gevreest

werd v. slegte apparentie

voordelige en rustige sterkte tot Lahaloe, d’ onse

wist te verduiren, en kragtige tegenweer bood,

off met een verwoeden uijtval, op d’ onse aenquam

zouden wy voor onse militie, schoonmoedig en

stont genoeg, mede vrij bekommer zijn om als

het op een treffen quam, en dat het wat scherp

en heet vande rooster ging, dat dan de meeste

om dat den slegten

bijstand der bondgenoten

hulp troepen insonder h.r die van biema en dompo her

gedugt werd

hase pad zoude kiesen, en d’ onse aende woede van

den vijand soude overgeven. dog dansoude,

waertegens op de

naese god, welde beste staet te maken wesen, op de

Maleijers en macassaren

180. Maleijers en Macassaren, die beroemd zijn,

beterhoop is

voor een moedig en wel geoeffent volk, ende

hoewel den luijtenant vander schuur en den raad

bij hun Coorsz: brieff van den 27.e Iulij, ons

bekommering over de

hare bekommering, over delaffe en blooheijt der

tafhertigheijt der

bondgenoten van biema en dompo wel niet te kenne

bondgenoten

geven, daeraff bij onse successive brieven en Iustrnctien

respective egter duijdelijk genoeg gehandelt werd,

Gi