Transcriptie
Van Macassar 27:n Aug:o 1695.
apart versegelt tot uEd: over. wij hebben tonser
Vergaderinge voormelt, Exactelijk gexamineert
de beschuldiginge van Sodomie, ten laste den
schipper Ian vande velde, dog die zake uijt de
Confessien, verclaring en Copij resolutien (ons ook
apari gecommuniceert) nog zoo Evident niet
bevonden, als het advijs vanden Luijt. vander
schuur en den raad tot Biema vanden 13. Iulij
dicteert, Evenwel zijnde Iuditien groot en zouden
nog konnen versterkt worden, door een derde Iongen,
onder den opperstierman bescheijden, ende dewijl die
zake, zoo bij de missive aan uEd: als de aparte
brieff vanden E: Moerman en raad voormelt
en de Instructie voor de scheeps overheden, aan
ons medeschijnt gedefereert te zijn, hebbenwi
best geagt, die zoo in statu te laten, naamlijk
den schipper vande velde in zijn kamer en den
Jongen Ioannes Eneus inde ijsers geconfi=neert,
Mitsgs. het gesag door den opperstierman Ioost van
aren toelaten bekleden, tot dat gemelte bodem
op batavia sal gearriv.t zijn, om daer uEd: nader
dispositie te Erlangen
denserg.t albert rippol van s.t Truijen, hadden wijin
rade den 9. Courant, op versoek toegestaen, hier bij
gebrek van dat slag Militoiren zijn dienst te
mogen
191
de beschuldiging ten laste
Ian vande velde niet
heel kaer
hoewel de Jnditien groot
zijn en nog konnen versterkt
werden
waerom die zaek aende
reg: van Macassar ge„
defereert zijnde
in staten beijft
en den oppersierman van
Jaren het gesag bekleet
ter dispositie van hun Ed:
alser rippol serg.t
—