145.

Van Macassar 27:en Aug:o 1695.

4. Militoiren, een Cuijper,

behalven 4. soldaten van Timor verlost, door den

1. Mat.s op biema geligt

Lieutenant vander schuur en den raad tot biema

nog aanland getrocken, een kuijper en een Mattroos,

van welke 6. persoonen, ons behoorlijke kennis gegeven

is, maer nog niet van nog 4. Mattrosen, die voorsz behalven nog 4. matrgen

daer geen berigt van

gedaen is

gesaghebber van laren, ons berigt heeft, mede daer

geligt te wesen, zulx wij den 10. reeckeningen hebben waerom 10. reecq. geso

ten zijn ont hier Coers

tenemen

doen sluijten: wesende in ons Hospitael 'tzeder de

legdagen van d.o schip hier ter rhede nog 2. Mattrosen, 2. matrosen daer van

overleden

overleden, zulx het varend volk, zoo door sterfte

als weglopen en Ligting op dito bodem vrij vermind:t waer door het daerop

varend volk vrij

is, dog dat gebrek werd door onse verloste Militie, vermins.: is

voor de reijse na batavia, tot daer toe, ten

principalen gesuppleert

Voorsz: boekhouder dumee, a.o pass.o p.r Jambij

dumet met Jambij hier

hier in d.o qualiteijt g’arriveert, en aanland

gearriveert

getrocken, heeft ten tijde van 1p.r gesag, bij den

E: oppercoopman schenkenberg, de plaets van

heeft d’ eerste Cercqs

plaets bediend en ook

Eerste Clercq ter secretarije alhier bediend, en sed.t

de kleene Cas

de paresse van den gouv.r van Thije de kleene

geld Cas, geadministreert, dog die nu weder

die steenkop weders

getransporteert, aan den winckelier Hend:k steenkop

waerneemt

die daer aff bij resolutie van 15. feb: passado

mits indispositie ontslagen was, maer nu in

staet is, om dat werk weder te kunnen waerin„

men, mits hem accorderende, tot het Copieren

der