Transcriptie
161.
Van Macassar den 23. Septemb:r 1695.
af te vragen, de redenen, waerom hij den
oorlog aangevangen had, &.a en hoewel wij geen
nader bescheijt uijt de bogt van Curatte
Erlangt hebben, zoo gissen wij dat de voors.
Chialoep uijtterlijk den 15.e deser onder zeijl geraekt
zijn, en de bhaaij van Biema nu al gesteven
hebben zal; alhoewel de zuijdooste wind dagel.
nog al even fel doorwaaijd, sullende wij ons
d’ordres derw. bij de
verder met alle eerbiedigheijt refereren, tot de
Copia der papieren
nevensgaande Copia in dato 10. deser aan voors
te vinden
Luijtenant vander schuur en den raad gesz.,
zoo ook het atschrift der Momorie van gel:
dagtekening voor den nieuwen resid.t hassing,
als beheltende diverse ordres, advijsen en
Consideratien die wij in desen (als geen hooft
saken zijnde) met voordagt overstappen,
om uEd: met geen Teutalogie off dubbel verhael„
in hare wigtiger besigheden te turberen;
wesende ons onder ’t schrijven off den 21.en deser
nader relaes van het
Eijland sumbawa
p.r seker Maccassaars vaert., in zeven dagen
van sumbawa over geseijl, berigt gebragt, dat
voors: Care Candjer met zijn bij hebbende magt,
de Negorij Cadindincq onderdanig aan Tambora
en bij papekat gelegen, hadde vermeestert, en
veel menschen, vee en goederen tot suijt gem:t
welkers sekerheijd, en omstandigheden wij uijt
nader berigt van Biema eerlang te gemoet
n