closeTerug naar inventaris

Transcriptie

169

Van Macassar den 23:'n Septemb:r 1695.

om hun hoogste betuijging van touwe te doen:

de voornaemste onder haer komen net schilden

lancie zedig uijt treden tot voor de baleeuw,

wanneer zij het schild neder werpende, delancie

inde kerde steken, hebbende dubbeli gewen

op de heut gegord, naamlijk: een kris off korte

dagge, en een buijksnijder, ’t laeste als 't grootste

ontblotense schigtig en springen dan Lustig en

verwoet, als in een dolle raternij sijlings uijt,

onder ’t roepen en springen in groten ernst, datse

de EComp.s getrouw bliven en met deselve leven

en sterven willen, dog elk spreekt het geen hem

inde mondkomt, na zijn tael en voornemen, d’een

langer als d’ ander, entschijnd niet wel mogelijk

datse in dien ernst en verrucking, hun lesse wel

en na haer gedagten konnen uijtten: dog 'tkomt

alle egter op dien sin uijt. dit verrigt hebbende,

stekense hun geweir op, en gaan weder zedig

't voorspel van de pligt

weg. 'voorsiel van dese pligtpleging

plegincg der

bond genoten

geschiede, door de uersoonjjes van aroe

Palacca, van 7. en 5. Jaren oud voor den

gouv.r op de baleeuw, welke Ionge printen

met wapen rockjes, goude stormhoeden, en

dubbelt geweir, hun werk aardig wisten te

en hetvervolg

verrigten; d’ Eerste die de actie aanving,

derselve

was radja goa, die vande baleeuw sprong,

en zijn pligt voldaen hebbende daer weder

op quam