Transcriptie
179.
Van Macassar den 23:n 7ber 1645
wij hebben uEd: bij onsen brieff van ul1.o Iunij
belasting van 18½ rd.s
berigt, dat wij aanden oppercoopman Schenkenber„
uijt amboina vanden
Conform uEd: ordre, hadden voldaen, de bewustene
gestolene 1000. ducatons in 1312½ rd:s paiemen E: schenkenberg
waer aff wij ook aande Ed. heer gouv.r m.r
Nicolaes schagen, en den raad in amboina bij onsen
brieff van den 22.e Iulij behoorlijke advertentie
hebben gegeven: in welkers antwoord haer E. nevens
de brieff vanden 30. aug.o, den 5. deser ontfangen,
ons toesenden, een originelen wisselbrieff in
dato 15.e aug.o op uEd.e getrocken, die hier nevens
gaet in faveur van d.o schenkenberg off zijnE.d
volmagten tot batavia groot 1264. ons daernevens
Nerszeisdoeck en 27 bokens
ook toesendende, een, reecq. tot zijner laste
sijnde het montant van twee slpen 2 ellen
sclagten die syn E noghouden
moeten voldoen met vertoek,
nonterende 48½ rd.s geliefden te sijnngeren, dog
dat hem het Rembour
seeren / van voorzgdEx
dewijl d.o schenkenberg verklaerde, daer toe niet
tot nader ordre
goedwillig te konnen besluijten, en met een versogt,
instatu gelaten
uijtstel te mogen hebben, tot uEd. Nadre ordre, hebben
whij sulx ook wel konnen inwilligen om de gegeven
redenen, die wijn desen niet sullen aanhalen; terwijl
zijn Edierwegens nu bij de nevens gaande apart
versegelde brieff aan uEd: schrijft, en gemelte
heer gouv.r schagen en raad ook seggen te sullen
doen: over welk different uEd: nader last, tot ons
narigt dan uijder tijd sal werden afgewagt
waermede &.a onderstomt en was geteken
Isaac van Thije, Mattheus Schenkenberg,
Harman