Transcriptie
Van Macassar den 20.n octob:r 1695.
onder onse secratarijs papieren voor vaderland,
dubbeli overgaande, desen staat dan te dienen voor
ons laeste schrijven deses saijsoens, om uEd: p.r
het Iagje de wildschut toegebragt te werden
nevens de secretarijs en andere papieren
die hier na op het Eijnde deses staen te werden
gespecificeert, in hope dat d.o bodem (schoon
rank en Onbeseijlt) nog tijdig overkomen sal
vermits de zuijs oostelijke winden hier ontrent
metweijnig vermindering nog fel doorwaijen.
wij sullen dan hier mede het resterende antwoord
op VHoEd: brieven suppleren en in vervolg ook
het nodige berigt over diverse saken aanhalen
en beginnende met de landsaken, aanvankelijk
seggen
dat uEd: bij de missive van den 30. Maert 1694.
wel geordonneert hadden over de licentie vaert
der Mandharesen, eens een brieff aan den Coning
van Mandhar te schrijven, dog dat het selve
ter resolutie vanden 13.' Julij 1694. in het twede
lit van opmerkinge tot betering van tijden
uijt gestelt was, dog den gouv.r heeft die sake
na de algemene voorstellinge vanden
14.' september door den Toek Carelessan aan
aroe Tanette malolo, mitsziekte van Roedja
bonij, en door die aande mede twee voornaem„
ste mandarse Coningen van tsinrana en
balanippa
197.